Cursus Charismatisch Pastoraat 28 augustus 2004
De kerken
in Europa worden aangevreten door de secularisatie. De secularisatie heeft na de Tweede
Wereldoorlog zijn momentum gekregen. Maar ik meen dat het zaad ervan reeds lang tevoren gezaaid was.
In de
eerste helft van de twintigste eeuw waren de protestantse kerken onderdeel van
de gevestigde orde. Christen-zijn betekende dat je een nette burger was
(moralisme). Onze samenleving was verzuild tot op het bot: protestanten (met
hun onderafdelingen), Rooms Katholiek, Socialistisch - ieder had zijn eigen
instituties, scholen, omroepen, kranten en bladen. De kerk voelde zich
verantwoordelijk voor de ziel, de politici voor de samenleving. Het diaconaat
van de kerken was gericht op de eigen leden. Geen kerkganger, dan ook geen
brood, geen hulp.
Het is in
deze periode geweest (vanaf eind 19e eeuw), dat de kerk het contact verloren
heeft met grote groepen van de samenleving: de arbeiders, intellectuelen,
kunstenaars. Zending werd gezien als een roeping voor individuele gelovigen die
naar verre en exotische landen gingen.
In de
periode van de wederopbouw na WO II, was er het besef in de kerken dat ook
christenen schuldig waren aan de gruwelen die bedreven
waren. Een anti-Joodse theologie had velen blind gemaakt voor de opkomst van
het anti-semitisme in Duitsland. Men besefte ook dat de kerk zich wel heel druk
gemaakt had over dogmatische kwesties in interne meningsverschillen, maar er
geen oog voor had gehad dat intussen velen kerk en geloof de rug hadden
toegekeerd.
Zo
ontstond in de jaren 1950 - 1960 een gevoel van urgentie dat de kerk zout en
licht in de samenleving moest zijn. (Apostolaatstheologie - K.H.Miskotte,
H.Berkhof, W.Banning). Maar tegelijkertijd verlangden velen in de kerk naar
zekerheid en veiligheid en de ‘old time religion: ze begrepen niet waarom de
kerk zich bezig moet houden met kernbewapening, armoede en discriminatie. Het problematische was dat de
discussie de deelnemers gaandeweg dwong tot een keuze tussen geestelijk of
maatschappelijk geïnteresseerd zijn. (horizontaal óf verticaal). En aan beide zijden was men
dogmatisch: óf je zwoer bij de klassieke dogma’s óf je verruilde de
geloofsinhouden en de spiritualiteit voor sociaal activisme (‘Twee duizend jaar
bidden heeft ons niets verder gebracht’). Mede als reactie op deze
ontwikkelingen is er in de jaren zestig de opkomst van de charismatische
beweging en de evangelische beweging in de zeventiger jaren.
De
gepolariseerde kampen stonden met lege handen toen de Europese wereld in de
tachtiger jaren van de vorige eeuw ingrijpend veranderde. Door de
individualisering en ontzuiling hielden allerlei instituties - ook niet
religieuze - geen stand.
Mensen behoorden niet langer automatisch tot een bepaalde groep
en werden terughoudend zich ergens aan te committeren. Met de val van de muur
en de teloorgang van de communistische wereld realiseerden de ‘progressieven’
zich dat de samenleving niet zo veranderbaar is als men gehoopt had. En men
realiseerde zich hoe gevaarlijk ideologieën zijn (linkse en rechtse).
We kunnen
dus niet terug naar de kerk van het verleden of de naïveteit van de zestiger jaren van de vorige eeuw.
In de (binnen)steden zijn de witte kerken kleine minderheden geworden,
waar hun aanwezigheid vijftig jaar geleden nog dominant was. We moeten het
besef tot ons door laten dringen dat de tijd van de heersende kerk voorbij is -
en moeten dat ook niet meer willen worden. We zijn immers tot diens (diaconia)
geroepen. Het is onze zending om Gods helende bedoeling in deze wereld te
belichamen (‘Lichaam van Christus’ te zijn).
Ik ben
ervan overtuigd dat de kerk geroepen is helend aanwezig te zijn in de stad en
de wereld. En
daarom moeten we in de spiegel durven kijken en onszelf de volgende vragen
durven stellen.
a. Als Gods Geest
onder ons aanwezig is (en we belijden dat!), wat betekent dat dan voor de
kwaliteit van het gemeente-leven en van ons missionair-diaconale werk?
b. Als we
geloven dat God deze wereld wil genezen (Koninkrijk Gods), aan welke ziekten (Eng. dis-eases -
ongemakken) lijden we dan? Wat is er
kapot en gebroken in de buurt waar we leven? Kortom: ogen en oren open voor de
werkelijkheid om ons heen! (We hebben mensen nodig die in de dagelijkse
praktijk de pijn van de gebrokenheid ervaren om ons dat te vertellen en laten
zien. Gelovigen en ongelovigen.
c. Zijn we bereid (niet-christelijke)bondgenoten te zoeken in onze strijd tegen onrecht en kwaad,
kindermishandeling en corruptie? In het Anglicaanse Rapport ‘Faith in
the City’(1985), stellen de bisschoppen ‘dat christenen geroepen zijn samen te
werken met God waar Heilige verlangens, Goede raad en Rechtvaardige daden
opbloeien en zich sterk maken’ [‘work together with God where Holy desires,
Good Counsels and Just Works are struggling for birth or growth’ (page 76)]
Zulke bondgenoten kunnen bewonersverenigingen zijn en, op wereldwijde schaal
denk ik aan Amnesty International of Green Peace.
Samen leven
De gemeente als ‘genezende gemeenschap’ moet leren dat
zij geen missionaire of diaconale projecten ‘heeft’, maar dat zijzelf dat project is. De
christelijke gemeente rechtvaardigt haar bestaan niet met het geven van
praktische hulp of in evangelisatorische activiteiten
Wij
introduceren God niet in de probleem-gebieden van deze wereld, Hij was daar al
vóór ons. Om het beeld van de navolging van Christus te gebruiken: als we Hem
werkelijk volgen, is er geen plaats waar we kunnen komen, waar Hij ons niet
vóór was.
Samen
leven: sluit aan bij het bijbels mensbeeld dat de mens
relationeel geschapen is. Gezondheid existeert niet in een vacuüm, maar is
gerelateerd met onze levensstijl en houdt gehoorzaamheid in aan Gods geboden
die betrekking hebben op lichamelijke, psychische en sociale hygiëne en ook op
morele gedragsregels.
Geloven is
een weg naar heelheid. Een
wandel: Halacha. Mensen van de Weg.
In Oude
Testament is gezondheid een relationeel begrip. Het gaat om heel de mens in al
zijn verhoudingen. Gezondheid is ook relationeel in die zin dat het ten diepste
altijd een ‘geschenk’ is.
Ik kan niet wel-zijn zonder - of ten koste van de (A)ander.
Van mensen
uit de Derde Wereld kunnen we leren hoe belangrijk de ‘gemeenschap’ als
voorwaarde voor gezondheid is. Jasja (Hebr.) bevrijden, in de ruimte gesteld worden: leven zonder dwang! Ieder mens neemt ruimte in.
Kinderen nemen ruimte in van de moeder en eisen daarmee zelfopoffering op. E.
Moltmann-Wendel. Moeders kunnen ‘wraak’ nemen, schrijft zij, door later in de
ruimte van hun kinderen binnen te dringen. Het is dus heel belangrijk dat wij
ons realiseren hoe wij ruimte van anderen inperken of anderen juist ruimte
geven. (Vergeven: je
mag er zijn!) Ruimte geven: ik heb jou nodig!
Christenen
hebben een realistisch mensbeeld: ze weten van zijn driftmatige structuur en
het destructieve potentieel. Maar we moeten dat zien als een probleem van het
gebrek aan relatie! ‘Zonde moet aan de hand van concrete conflicten actueel en
gedifferentieerd duidelijk gemaakt en benoemd worden’ (E. Moltmann-Wendel)
Samen beter worden
Naast de strijd tegen de zonde op micro niveau, is
er ook de strijd tegen zondige structuren, 'Sociale heiliging', om met John
Wesley te spreken. Gerechtigheid najagen, gerechtigheid als de horizontale gestalte van
de liefde tot God. De lofprijzing is de verticale gestalte van de liefde tot
God, dan gaan de handen omhoog in charismatische kring! Maar bij de
gerechtigheid gaan de handen uit de mouwen; dan krijgt de liefde handen en
voeten. De profeet Amos gebruikt ook het beeld van een rivier: "Maar laat
het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer
vloeiende beek ” ( 5:24) Het heil gaat als een waterstroom de
wereld in, ook in haar sociale gestalte. Dat is een helend gebeuren. Ook
preventief, want het gaat er niet alleen om de ziekte te genezen. Ziekte moet
voorkomen worden! Daarover is een aardige anekdote (de historiciteit schijnt
ter discussie te staan). De keizers in China vroeger hadden een hofarts die
betaald werd zolang de keizer gezond was. Werd de keizer ziek, dan werd zijn
salaris ingehouden! Ik denk dat zoiets nu weinig kans zou maken bij de medici,
maar wellicht zou ons kabinet er wel iets in zien). Toch denk ik dat het een aardige
illustratie is van het bijbelse denken over gezondheid. De machten moeten weerstaan worden en
de verzieking buitengesloten door te luisteren naar de geboden en naar wat de
Geest tot de gemeente zegt. Stelling nemen tegen de 'werken van het vlees' (
Praktische adviezen:
1. Vraag
mensen voor kortdurende projecten: (maximaal een jaar), of een specifieke,
afgegrensde taak . Ouderling
zijn, met al de organisatorische rompslomp,
vergaderingen enz. is voor menigeen te veel van het goede. Geef hen de kans in
een taak te groeien, om hun charisma te ontdekken.
2. Wat je
in een gemeente/wijk samen kunt doen met andere christenen, doe dat!
Jeugdwerk,
maaltijden, feesten, opkomen voor de vreemdeling, hulp aan rouwdragenden,
bijstaan van ouderen.
3. Je
hoeft lang niet altijd nieuwe activiteiten te organiseren (mensen zijn zo
moe!). Durf bestaande activiteiten te stoppen die alleen nog verricht worden
uit plichtsgevoel. En neem bestaande activiteiten onder de loep - hoe kunnen we
die open stellen voor onbereikte mensen.
4. Samen
leren - aangaande belangrijke onderwerpen. Welk licht werpt de Schrift daarop
en wat zijn onze ervaringen op dit terrein? Organiseer twee of drie avonden (of
andere dagdelen).
5. Hoe
functioneert het kerkgebouw?
Is het alleen in gebruik op zondag (morgen)? Hoe maken we van de kerk weer een
verlengstuk van de markt?
Een
herberg waar je koffie kunt komen drinken, tentoonstellingen bezoekt, samen
eet, daklozen verwelkomt, een concert beluistert, een plek waar je kunt bidden
of stil zijn.
In een
kerk waar je samen lééft, word je samen beter.
Den
Haag-Loosduinen
drs Rob
van Essen